We hebben met Sam al heel wat te stellen gehad: verslonden boeken, kapotgebeten mobieltjes, vlokfeest met de vullingen van dekbedden en hondekleedjes...Sam is nu wat ouder en kalmer, maar om nu te zeggen dat alles van een leien dakje gaat?
Een paar weken geleden is hij 's avonds door een fietser (zonder licht) in het donker aangereden. Fietser over de kop, gelukkig niet al te ernstig, maar Sam is sindsdien een beetje de kluts kwijt. Hij was vreselijk geschrokken en begon te blaffen naar mensen in het donker, naar fietsers en scootmobielen 's avonds én overdag en vooral naar zwarte mensen. Sam, zelf zo zwart als de nacht, heeft een soort 'alles wat maar enigszins op een fiets of iets donkers lijkt' trauma opgelopen. En dat laatste is een gróót probleem als je in de Bijlmer woont. We begonnen al aan een hondenfluisteraar te denken, maar met behulp van, ja écht, een boek van Martin Gaus begint Sam langzaam maar zeker over zijn trauma heen te raken. Afleiden met iets leuks is de tactiek. Zodra we nu een fietser, scootmobieler of gekleurde medemens aan zien komen, beginnen we zachtjes en vriendelijk op Sam in te praten: 'Zit. Kijk eens.Bráave hond, goed zo!' en maar brokjes voeren.Het helpt. Het begint te slijten. Ik durf weer zonder mijn T-shirt met "Ik ben géén racist, nee écht niet" erop over straat. ;-)